De originele spookschaaf heb ik gekocht op een lokale rommelmarkt, samen met een aantal andere mooie, oude gereedschappen. De spookschaaf was echter niet meer bruikbaar, omdat het zwaar aangevreten was door houtworm. Maar de metalen delen waren nog prima te gebruiken, na een grondige opknapbeurt.
Ik weet niet waar de originele spookschaaf van gemaakt was, maar de nieuwe heb ik gemaakt van een stuk antiek eiken. Niet de meest ideale houtsoort hiervoor, maar het stuk had al vrijwel de juiste afmetingen en is minstens net zo oud als de originele schaaf.
Nadat ik de ruwe vorm had uitgezaagd en gebeiteld heb ik met verschillende raspen meer details in de vorm gemaakt. Bij het beitelen is een stuk hout afgebroken. Die holte heb ik rechthoekig gemaakt en opgevuld met een gelijkvormig blokje van hetzelfde stuk hout, zodat je er bijna niets meer van ziet.
Bij het vormen van de schaaf heb ik telkens het origineel erbij gehouden, maar omdat het stuk eiken iets dunner was, moest ik hier en daar wel wat poëtische vrijheden nemen. Nadat ik tevreden was over de vorm, heb ik de gaten voor de pootjes van de beitel geboord. Hierbij was de juiste hoek en onderlinge afstand erg belangrijk. Dat eerste realiseerde ik me pas achteraf, waardoor de beitel niet helemaal de perfecte hoek heeft, maar door de hoek van het messing plaatje ook wat aan te passen, werkt het nu prima. De gaten heb ik opzettelijk klein gehouden en met een vijltje stukje bij beetje vergroot, zodat de beitel zo strak mogelijk in de gaten vast zit, maar niet té strak. Dat is essentieel voor de werking van de schaaf!
Toen ik tevreden was over de werking en de vorm van de schaaf was het tijd om met vijlen, schuurpapier en schraapstalen de vorm te verfijnen, gevolgd door het leukste onderdeel van vrijwel elk project: het oliën. Het is altijd fantastisch om te zien hoe de nerf en de radialen opleven door een laagje olie!